Lasbaarheid van aluminium-lithiumlegeringen
Het gebruik van aluminium-lithiumlegeringen vereist geen veranderingen in de fabricagemethodes en -technieken. Deze legeringen blijken met name goed lasbaar te zijn in tegenstelling tot andere hoogsterke aluminiumlegeringen zoals 7075 en 2024.
A.J. Schornagel
Commerciële legeringen
Classificatie
Aluminium-lithiumlegeringen zijn te verdelen in twee groepen: aluminium-lithium-magnesium legeringen en aluminium-lithium-koper-magnesium legeringen. De legeringsgroepen zijn schematich weergegeven op afbeelding 1 met bijbehorende legeringsaanduidingen en de fazen die voor de sterkte zorgen.
Naast sterktetoename als gevolg van het in vaste toestand oplossen van legeringselementen, ontstaan de belangrijke sterkteverhogende fazen ?’ (Al3Li), S’ (Al2CuMg) en T1 (Al2CuLi) tijdens verouderen en ze zijn afhankelijk van de legeringssamenstelling. Tabel 1 geeft de samenstelling en mechanische eigenschappen van een aantal aluminium-lithiumlegeringen.
Keuze lastoevoegmetaal
Lastoevoeglegeringen worden geselecteerd op hun vermogen om aanvaardbare lassen te geven en tegelijkertijd optimale mechanisch eigenschappen. Legering 2319 wordt gebruikt voor het verbinden van legeringen met een hoog kopergehalte (bijvoorbeeld 2090, 2094, 2095 en 2195). Legeringen met een laag kopergehalte en hoog magnesiumgehalte (bijvoorbeeld legering 8090) vereisen het gebruik van een lastoevoeglegering met een hoog magnesiumgehalte zoals legering 5356. Legeringen die moeilijk zijn te lassen (bijvoorbeeld legering 2091) vereisen het gebruik van een aluminium-silicium lastoevoeglegering zoals legering 4043. Aluminium-silicium lastoevoeglegeringen geven uitstekende lasbaarheid, maar ze worden niet regelmatig gebruikt wegens hun kenmerkende lage taaiheid en slagvastheid en hun onvermogen om te reageren op veroudering.
Bij een lasbaarheidsonderzoek is er gebruik gemaakt van een Varestraint test om aluminium-lithiumlegeringen te vergelijken. De tests werden uitgevoerd met proefstukken die waren...