Het gebruik van fluxmiddelen
De term flux slaat op alle toevoegingen aan en behandelingen van gesmolten aluminium, waarbij chemische stoffen worden gebruikt. Deze stoffen zijn gewoonlijk anorganisch. In sommige gevallen worden metaalzouten gebruikt in de vorm van poeder, korreltjes of vaste tabletten. Ze kunnen handmatig worden toegevoegd of automatisch worden geïnjecteerd en ze kunnen een enkele functie hebben of verscheidene, waaronder ontgassen, reinigen, legeren, oxideren, desoxideren of verfijnen. De term flux omvat ook de behandeling van gesmolten aluminium met inerte of reactieve gassen om vaste of gasvormige onzuiverheden te verwijderen, waaronder bijvoorbeeld waterstof.
A.J. Schornagel
Bij het smelten van aluminium en met name bij het hersmelten van nieuw gieterijschroot of ander schroot, is oxidevorming en de aanwezigheid van onzuiverheden heel normaal. Onzuiverheden komen voor in de vorm van vloeibare en vaste insluitsels die aanwezig blijven tijdens stolling tot in het gietstuk. Insluitsels kunnen afkomstig zijn van vuil gereedschap, zand en andere vormresten, ijzer-chroom-nikkel verbindingen zoals die vaak worden aangetroffen in spuitgietlegeringen, resten van metaalbewerkingssmeermiddelen en oxidatie van legeringselementen en/of basismetaal.
Fluxen van de smelt vergemakkelijkt het samenklonteren en scheiden van ongewenste bestanddelen uit de smelt. Fluxen is temperatuursafhankelijk. De temperatuur moet hoog genoeg zijn om goede fysische scheiding of de gewenste chemische reactie te krijgen. Bij voldoende hoge temperatuur is de vloeibaarheid van zowel metaal als fluxmiddel dermate hoog, dat er sprake is van goed contact tussen die twee en er eveneens sprake is van betere reactiviteit.
Tabel 1. Karakteristieken van enkele stoffen die worden gebruikt als flux voor aluminiumlegeringen.
Fluxsamenstelling
De specifieke verbindingen of chemicaliën die in fluxen worden gebruikt hangen af van het doel van de flux. De meeste fluxverbindingen bestaan uit mengsels van anorganische...