Kenmerken van Aluminiumfolie
Kort nadat Charles Martin Hall in 1886 in zijn, welhaast spreekwoordelijke schuurtje achter zijn huis voor het eerst aluminium maakte volgens een technisch bruikbaar proces, begonnen in 1898 de gebroeders Ball met het gebruik van aluminium deksels voor de welbekende ‘mason jars’. Het allereerste gebruik van metaalfolie vond plaats in 1913 voor het verpakken van Life Savers, chocoladerepen en kauw gom. Heden ten dage wordt er in Amerika jaarlijks zo’n 400 miljoen kilogram folie geproduceerd, waarvan de helft wordt gebruikt voor verpakkingsdoeleinden. Bijna al deze folie is gemaakt van aluminium. Er wordt ongeveer 125 miljoen kg aluminiumfolie toegepast voor flexibele verpakking, 125 miljoen kg voor semi-rigide schaaltjes, 15 miljoen kg als afdeklaag in gelamineerde schalen en decoratieve etiketten en 5 miljoen kg voor bekleding van kroonkurken en voor sluitdoppen.
Een goede definitie van folie zou kunnen zijn: ieder gewalst product met een dikte van minder dan 0,15 mm. Metaalfolie is leverbaar in dikten variërend van 0,004 tot 0,15 mm en in diverse warmtebehandelingen en oppervlakteafwerkingen. De maximale leverbare breedte is in het algemeen 1650 mm, hoewel sommige dikkere
folies 1676 mm breed kunnen zijn. De variatie die in de dikte mag optreden bij commerciële folies bedraagt maximaal +10%. De vlakheid van folie is moeilijk te controleren en wordt steeds problematischer naarmate de wanddikte geringer wordt.
Legeringen
Het is technisch mogelijk om folie te maken van 99,99% zuiver aluminium. Zulke folie wordt toegepast voor condensatoren in de elektronica. Het is duur en niet sterk genoeg voor verpakkingsdoeleinden. Het merendeel van het technisch zuivere aluminium is voor 99,5% zuiver, met ongeveer 0,4% ijzer en 0,1% silicium. Een hoger ijzergehalte vergroot de barststerkte, hetgeen van voordeel kan zijn bij het verpakken in strips van tabletten en capsules, maar dit element verlaagt de corrosieweerstand van de folie. Voor onderleggers en voor schalen...