Vereniging ION koploper belangenbehartiging en innovatie oppervlakte behandeling
Sinds 1 januari 2014 bestaat de Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland, kortweg Vereniging ION genoemd. Deze vereniging komt voort uit een zestal aparte brancheverenigingen en activiteiten op het gebied van opleidingen en certificering. De vereniging heeft als doel het behartigen van de belangen van bedrijven die werkzaam zijn in de industriële oppervlaktebehandeling in Nederland. Tevens is zij de organisator van de vakbeurs Surface die van 7 tot en met 9 oktober wordt gehouden in de Brabanthallen in Den Bosch.
Voor wie en wat?
Directeur Egbert Stremmelaar van de in Nieuwegein zetelende vereniging omschrijft het doel als volgt: “Er is geen product, dat niet geconserveerd wordt, dat niet mooi gemaakt wordt of van specifieke eigenschappen voorzien moet worden. Je kan dus zeggen, dat alles wat je in Nederland ziet een oppervlaktebehandeling heeft gehad. Dat kan gebeuren in een fabriek, een gebouw waar een installatie staat waar die oppervlaktebehandeling uitgevoerd wordt of op locatie. Wij richten ons op het eerste, de industriële activiteiten dus.”
Op de vraag hoe dat zit voor roestvast staal en aluminium antwoord Stremmelaar: “Voor RVS is het vooral passiveren, dus voorkomen dat er toch niet stiekem wat corrosie gaat optreden. Dat is een relatief eenvoudige manier van behandelen. Maar als je het hebt over aluminium dan hebben we verschillende smaken. Je kan ervoor zorgen dat het product gewoon een kleurtje krijgt. Maar er zijn ook toepassingen die wat langer moeten meegaan. Dan kun je aluminium van een hoogwaardige coating voorzien of anodiseren. Zowel binnen coaten, alsook binnen anodiseren zijn er weer verschillende mogelijkheden, en zelfs een combinatie van beiden kan gerealiseerd worden. Onze leden voeren alle varianten uit, zowel op het niveau van zoals de klant dat graag wil tot en met high end kwaliteitssystemen die volledig geauditeerd zijn.”
Waarom die fusie?
Egbert Stremmelaar geeft twee redenen aan voor het samengaan. “De samenwerking was al erg nauw, want de partijen zaten heel dicht bij elkaar. Dat betekende dat er veel administratie over en weer ging, maar ook de belangenbehartiging verliep heel gefragmenteerd. Bovendien als je allemaal met een klein stukje bezig bent is het risico dat je hetzelfde doet erg groot. Maar het gevaar dat je niet bij de essentie komt is nog veel groter. Nu kan ik zeggen als ik in “Den Haag” kom, dat ik 350 lidbedrijven vertegenwoordig die 600 miljoen omzet doen met 6.000 FTE ‘s. Dan ben je een serieuze partij en wordt het luistergehalte flink hoger. Dat geldt ook voor “Brussel” waar we samenwerken in zowel Europese koepelorganisaties alsook Vereniging ION zelfstandig met verschillende EU entiteiten en met de permanente vertegenwoordiging van Nederland aan tafel zit. We hopen, dat onze leden net als wij vinden, dat wij nu een belangenbehartigingsvereniging zijn waar Den Haag en Brussel niet omheen kunnen. En in alle eerlijkheid, wij krijgen die signalen steeds meer.”
Een van de dingen waar de vereniging tegenaan loopt, is, dat de gemiddelde (MKB-) ondernemer een operationele horizon heeft die vaak de periode van zijn orderboek betreft. Dat wil zeggen, dat hij maar een week of een maand, soms een jaar vooruit kijkt. “Maar wij zijn vaak al met dingen voor over tien jaar bezig”. Stremmelaar vervolgt: “Als de ondernemer zich concentreert op zijn bedrijfsvoering van nu, dan zullen wij ons maximaal inspannen om ervoor te zorgen, dat de bedrijfsvoering ook in de toekomst gewaarborgd is.” Als voorbeeld noemt Stremmelaar het probleem met het zeswaardig chroom. Het Ministerie van Defensie heeft recent een aanklacht hierover gekregen. “Eigenlijk is dit voor ons, wat de regelgeving betreft, al een gepasseerd station, terwijl de regelgeving pas in 2017 operationeel wordt. We zijn nu bezig om de implementatie van de regelgeving zo goed mogelijk te begeleiden. Soms is dat door aanpassing van het productieproces, soms door autorisatie en soms door nog een andere oplossing. Maar de volgende stap is, dat nikkel alweer ter discussie staat. Maar voordat dit op de rol komt te staan schrijven we waarschijnlijk 2020. Wij zijn daar nu al mee bezig. Het gemiddelde lid heeft nog geen idee wat hem op dit gebied boven het hoofd hangt. Zeswaardig chroom mag vanaf 2017 niet meer zonder autorisatie gebruikt worden. Voor nikkel proberen wij betere oplossingen te bedenken en gerealiseerd te krijgen. Wij zijn nu bezig om voor onze leden daar een goede vormgeving aan te geven. Wij maken de problematiek voor onze leden inzichtelijk en brengen dat naar de branche, ook naar de leveranciers van de grondstoffen. Gezamenlijk gaan we dan nadenken over alternatieven waarmee de bedrijven dezelfde resultaten kunnen bereiken. Tijdens onze netwerkbijeenkomsten kunnen alle betrokkenen hierover van gedachten wisselen. In ieder geval hebben wij nu al wel bereikt, dat er vanuit het ministerie over het gebruik van zeswaardig chroom anders wordt gecommuniceerd. Daar zijn wij (mede) de initiator van”, aldus Egbert Stremmelaar.
Branchebarometer
Elke maand vraagt de vereniging aan een grote groep leden hoe hun vlag ervoor staat, bijvoorbeeld hoe het zit met de order intake. Daar wordt een branchegemiddelde van gemaakt. Op de vraag hoe de branche er nu voorstaat, antwoordt Stremmelaar positief: “Ik denk over het algemeen wel goed. Wij zijn natuurlijk sterk afhankelijk van hoe het gaat met de BV-Nederland. Als je naar de afgelopen tijd kijkt, zie ik dat de bouw-gerelateerde bedrijven het lastig hebben gehad, maar dat de machinebouw gerelateerde bedrijven, en zeker de internationaal georiënteerde bedrijven, het best wel goed gedaan hebben. Dat betekent, dat de hele branche het gemiddeld zeker niet slecht gedaan heeft de afgelopen tijd. Zelfs de negatieve uitschieters zien we het nu ook beter doen. De branche herstelt zich niet alleen in economische zin, maar houdt zich ook bezig met andere zaken. Denk hierbij aan de opkomst van het fenomeen smart coatings en nano coatings. Een aantal bedrijven is daarmee aan de gang gegaan en dan zie je, dat je nu eigenschappen aan producten kunt geven die je vroeger niet kon toekennen. En zo kun je andere en nieuwe markten bedienen”.
Expo Future Skins op Surface
Vereniging ION organiseert van 7 tot en met 9 oktober de vakbeurs Surface in de Brabanthallen in Den Bosch.
Een belangrijk onderdeel van deze beurs is de Expo Future Skins. Hier krijgt de bezoeker een inkijk in wat er in de komende vijf tot tien jaar op de markt gaat komen op het gebied van specifieke coatings, van gevoelswaarde. Van dat laatste geeft Egbert Stremmelaar een praktijk voorbeeld: “Ik ben bezig met de inrichting van een vitrine. Daar is voor de kleur zwart alleen al een enorm scala aan gevoelswaarden. Is het een glad oppervlak, of is het een mat oppervlak, krijg ik een metallic ervaring, hoe valt het licht erop. Dat soort belevingen zitten daarin. Het laat aan de bezoekers zien wat er allemaal kan. Ik hoop, dat architecten, constructiebureaus en gebouwenbeheerders dat leuk vinden en vervolgens dat ook willen.” De expositie toont nieuwe mogelijkheden van oppervlaktebehandeling die naast de traditionele bescherming tegen bijvoorbeeld water, chemicaliën, uv-straling en vuil ook interactieve mogelijkheden laten zien als NOₓ en COₓ absorberen, energie transmissie en van kleur veranderen bij bepaalde temperaturen en anti hechten (graffiti bestendig, zelfreinigende ramen en kozijnen en anti fouling) en die bovendien ook nog eens milieuvriendelijk zijn.
ION Borghardt Award 2014
Eens in de twee jaar reikt de Vereniging ION de ION Borghardt Award uit. Dit moet een aanmoediging zijn om innovaties in de oppervlaktebehandeling te stimuleren. Dit jaar zijn er volgens Stremmelaar twee speerpunten. Hij legt uit: “Waar is jouw plek in de keten. Hoe ga ik samenwerken met andere bedrijven in de keten, kosteneffectief, producteffectief en/of kwaliteitseffectief. En het andere speerpunt is: wat is de waarde van jouw innovatie. Je hebt niet alleen iets bedacht, maar het moet ook nog levensvatbaar zijn.” De inzendtermijn is inmiddels gesloten en volgens Stremmelaar zijn er 15 inzenders. De onafhankelijke jury is aan het werk om te bepalen wie de winnaar wordt. Die krijgt een heel mooi beeld in de vorm van een hoofd waarop allerlei oppervlaktetechnieken zijn toegepast en een cheque van
€ 2.500,00 om zich in het vakblad Oppervlaktetechnieken van de vereniging als de innovatiewinnaar te profileren. Voorafgaand aan de openingsceremonie (verricht door Guido Landheer, Directeur Topsectoren en Industriebeleid van het Ministerie van Economische Zaken) zal de jury onder leiding van Arjan Mol, Universitair Hoofddocent corrosietechnologie en elektrochemie van de TU Delft, de winnaar bekend maken en de Award uitreiken.
Geïntegreerde bedrijven
De vereniging ION richt zich niet meer alleen op de applicateurs en de toeleveringsbedrijven maar ook op de geïntegreerde bedrijven. Egbert Stremmelaar legt uit: “Als de waarde van een product maar 1% is in de oppervlaktetechniek, wordt die andere 99% ook ergens gemaakt. Als je een fiets maakt, wordt die fiets in die fabriek gespoten. Die fietsenfabriek noemen wij een geïntegreerd bedrijf. Vroeger was dat spuiten een sluitpost, de fiets moest per slot van rekening een kleurtje hebben. Tegenwoordig is de kwaliteit van het lakwerk heel belangrijk, er moet een patroontje in aangebracht worden, er moet een logo op, noem maar op. Maar wat veel belangrijker is, REACH geldt voor hun ook. REACH is de Europese verordening inzake Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen. Hiermee wordt het gebruik van chemische stoffen en metalen gereguleerd. Dat is een lastige materie als je daar niet in thuis bent. Daarom willen steeds meer bedrijven van wie oppervlaktebehandeling niet hun core business is, tot onze vereniging behoren.”
REACH
REACH is volgens Stremmelaar momenteel een van de belangrijkste items waar de vereniging mee bezig is. “Wij zitten bij de overheden aan tafel om, als ze iets willen verbieden, zij dat niet opeens op de lijst zetten van dat het niet meer gebruikt mag worden. Er moeten wel goede en geteste alternatieven beschikbaar zijn. Wat bij ons heel erg speelt, is, dat, als je een coating hebt en je wilt weten of die UV-bestendig is, dan wil je die coating wel in de UV kunnen testen. En omdat onze zon nou eenmaal nergens zo krachtig is, dat je in een week tijd een levensduur van 25 jaar kunt aantonen, duren tests vaak wel drie tot vijf jaar. De overheid heeft nog weleens de neiging om te denken, dat alternatieven generiek toepasbaar zijn, terwijl er alleen op deelgebieden alternatieven zijn. Dit komt overigens ook wel door de branche zelf. Een fabrikant zal in zijn reclame-uitingen niet alle uitzonderingen vermelden of de toepassingen te star opsommen. Daarom zijn wij continue met alle stakeholders in gesprek en snappen we heel goed dat we met mens en milieu bezig zijn. Aan de andere kant moeten wij ook met de BV-Nederland bezig zijn en de economie niet ten onder laten gaan door regelgeving die uiteindelijk contraproductief is”, aldus Stremmelaar.
Heeft Egbert Stremmelaar een toekomstvisie? Zijn antwoordt is verrassend: “Nee, maar dat moet ook niet, want wij zijn bezig met en voor de toekomstvisie van onze leden. Een branchevereniging is geen doel, maar een middel voor de ondernemers om zich voor te bereiden op de toekomst en de randvoorwaarden van de wetgeving voor ondernemers uitvoerbaar te maken. Hierbij pakken wij collectief op wat je individueel niet kunt beïnvloeden.”
www.vereniging-ion.nl
info@vereniging-ion.nl