Blog Ko Buijs - Roestvast staal en inhibitors
De vraag wordt mij nog wel eens gesteld wat nu eigenlijk een inhibitor is en wat een dergelijke stof kan betekenen voor metalen en zeker niet op de laatste plaats voor roestvast staal. Zulke vragen stel ik altijd bijzonder op prijs want het is nu eenmaal geen schande indien zo’n uitdrukking wereldvreemd voor iemand is. Daarom volgt een hieronder een beknopte uitzetting over deze term en wat men ermee kan doen.
Door Ko Buijs – Innomet Consultancy BV
Het woord inhibitor is afgeleid van het Engelse werkwoord ‘to inhibit’ wat ‘beletten’ betekent en in de ruimste zin ook wel ‘het in de weg staan’. Het woord inhibitor wordt in de corrosieleer gedefinieerd als een middel om corrosie te voorkomen. Omdat het totaal voorkomen van corrosie veelal een utopie is, kan men ook stellen dat een inhibitor corrosie in de weg staat met als doel het corrosiemechanisme zoveel mogelijk af te remmen. Een inhibitor betreft veelal een corrosieremmende stof die men aan het corrosieve medium toevoegt. In feite is dit een uiterst simpele methode om corrosie tegen te gaan of soms zelfs geheel te voorkomen. De kwestie is echter wel om de juiste 'remstoffen' te bepalen want dat kan per geval verschillen. Het is namelijk afhankelijk van de chemische belasting en het type metaal wat men dient toe te passen. Empirisch is er in de praktijk het nodige op dit gebied bepaald zoals organische amines die de agressiviteit van zoutzuur op staal laten afnemen. Een ander goed voorbeeld is het gebruik van natriumchromaat als inhibitor bij een corrosieve belasting van geconcentreerd calcium- of natriumchloride op staal. Het remmechanisme kan worden verklaard door adsorptie c.q. deklaagvorming op de anode of kathode waardoor er een beschermend laagje op het oppervlak ontstaat.
Daarom spreekt men in de praktijk ook wel over anodische- en kathodische inhibitoren. Het laagje werpt een barricade c.q. een weerstand op die de werking van de elektrochemie doet verminderen. De vraag is of men met roestvast staal ook gebruik kan maken van dergelijke corrosieremmers en daar kan zonder meer bevestigend op geantwoord worden. Naast het toevoegen van bepaalde remstoffen aan een corrosief medium kan men ook het nodige verwachten van bepaalde legeringelementen. Een goed voorbeeld van een inhibitor, die in de praktijk met succes wordt toegepast, is kopersulfaat dat in kleine hoeveelheden toegevoegd aan verdund zwavelzuur een redelijke bescherming geeft van roestvast staal. Als alternatieve methode kan men ook enig koper legeren aan een hoogwaardig type roestvast staal waardoor er een betere bestendigheid tegen zwavelzuur wordt bereikt. Daarom worden enkele speciale corrosiebestendige roestvaste staalsoorten, die ontwikkeld zijn voor het gebruik in zwavelzuur, gelegeerd met ongeveer 3 à 4% koper. Dit koper zal dan uiteindelijk kopersulfaat vormen op het oppervlak dat een behoorlijke bescherming geeft tegen een mogelijke aantasting. Het meest bekende roestvast staaltype op dit gebied is EN 1.4539 (904L).
Deze legering kan als een van de weinige typen roestvast staal dit sterk reducerende en agressieve zuur tot een zekere hoogte weerstaan. Indien de concentratie en/of temperatuur uiteindelijk te ongunstig wordt dan zal men overigens toch weer uit moeten wijken naar legeringen die nog meer hoogwaardiger zijn. De reden hiervan is dat uiteindelijk de beschermende oxidehuid van het roestvast staal door de sterke reducerende werking van het zwavelzuur toch gaat dissociëren. Het gevolg is dan dat deze noodzakelijke oxidehuid verdwijnt waardoor corrosie vrij spel krijgt. Veelal zal men dan gaan kiezen voor nikkellegeringen die daar beduidend meer tegen bestand zijn.