De macht der gewoonte regeert
Aan de uitdrukking ‘de macht der gewoonte regeert’ heb ik vaak gedacht in mijn inmiddels lange loopbaan tijdens het adviseren van bedrijven over metaalselecties. Ramses Shaffy zong ooit “laat mij, laat mij mijn eigen gang maar gaan; ik heb het altijd zo gedaan”. Deze enigszins filosofische uitdrukking is eigenlijk ook helaas regelmatig van toepassing in het bedrijfsleven. Men past vaak een bepaald materiaal toe dat reeds vele jaren of zelfs decennia lang is gebruikt zonder zich af te vragen of er wellicht een beter en/of goedkoper alternatief ingezet kan worden.
Daarnaast zijn er ook nog materiaalspecificaties die soms wel tientallen jaren geleden opgesteld zijn en waarbij niemand blijkbaar de moed heeft om dit eens kritisch tegen het licht te houden. Bijvoorbeeld het tegengaan van spleetcorrosie meent men op te kunnen lossen door i.p.v. roestvast staal 1.4404 (AISI 316L) het materiaal 1.4435 toe te passen. Dat is een AISI316 kwaliteit met een half procent extra molybdeen. Uit metingen blijkt echter dat de spleetcorrosiegevoeligheid net zo groot is als die van 316L maar men betaalt er beduidend veel meer voor. M.a.w. die keuze is in dit geval compleet zinloos en bovendien doet men aan geldverspilling.
In de zestiger jaren kon men het koolstofgehalte in austenitisch roestvast staal op grond van commerciële gronden niet lager krijgen dan 0,08%. Dat zijn o.a. de kwaliteiten AISI304 en 316. Omdat er slechts 0,02% koolstof oplosbaar is in austeniet heeft men titaan of niobium gestabiliseerde typen ontwikkeld. Dat was destijds op zich een goede oplossing want op deze wijze konden de gevaarlijke chroomcarbiden niet meer ontstaan die interkristallijne corrosie kunnen veroorzaken. Helaas ging dit weer gepaard met andere nadelen zoals een hogere kans op putcorrosie alsmede ‘knife line attack’. Tegenwoordig kan men al die problemen in een klap elimineren door een laag koolstofversie toe te passen en dat betekent AISI 304L of 316L. Dit heeft verder geen prijsconsequenties meer dankzij nieuwe smelttechnieken. Toch blijven nog steeds veel bedrijven de titaan- of niobium gestabiliseerde typen gebruiken.
Waarom? Omdat men het niet aandurft om vastgeroeste materiaal specificaties eens flink op de schop te nemen. De gedachten komt dan snel op met de strekking “stel je voor dat het uiteindelijk misgaat indien ik een verandering aanbreng, want dan hang ik”. Dus men houdt zich dan graag op de bestaande ingesleten paden want onbekend maakt immers onbemind. Ook een reden om niet te veranderen is veelal een gebrek aan metaalkennis en onervarenheid. Men speelt immers graag op ‘safe’ en het zal daarom a.h.w. zijn of haar tijd wel gaan duren. Daarom is dan ook mijn oproep om zich veel meer te gaan verdiepen in de toegepaste metaalkunde want het blijkt veelal in de praktijk een onderbelicht gebied te zijn.
Zo kreeg ik te maken met een producent van kokend waterboilers die het binnenwerk van roestvast staal 316L had gemaakt. De putcorrosie, die al naar korte tijd ontstond, was dusdanig ernstig dat men mij om raad had gevraagd. Tijdens een vergadering met het management team stelde ik voor om titaan toe te gaan passen i.p.v. roestvast staal. Niet alleen zou dan corrosie tot het verleden behoren maar ook bepaalde kostbare bewerkingen kwamen te vervallen die met het gebruik roestvast staal uitbesteed moesten worden. Het meest dure hiervan was het hardsolderen van allerlei nippels en aansluitingen. De eerste reactie van het MT was dat titaan veel te duur zou zijn en het voorstel werd eigenlijk al vrij snel naar de prullenmand verwezen.
De directeur van dit bedrijf stelde ondanks de tegenwerpingen voor dat ik een haalbaarheidsstudie zou gaan maken. Daaruit bleek dat het qua kostprijs niet veel uitmaakte. Uiteindelijk werd het even duur omdat het lage soortelijk gewicht van titaan een interessante factor opleverde. Het gevolg is dat het roestvast staal inmiddels is vervangen door titaan. Zie ook mijn blog “Het misverstand over het metaal titaan”.
Al met al is het voor bedrijven ook de moeite waard om geregeld een onafhankelijke deskundige te raadplegen teneinde eens een frisse wind te laten waaien door zijn materiaalportfolio’s. Laat die wind dan zo krachtig zijn dat deze de macht der gewoonte zo nodig omver blaast. Dit kan uiteindelijk tot substantiële besparingen leiden en tot een beduidend hogere efficiëntie.
www.innometconsultancy.nl