De Metaalmarkt Deel 2
De grote trends voor staal en aluminium
Door: Matthijs Schornagel
Europese aluminium- en staalproductie daalde de afgelopen tien jaar. Het merendeel van de productie sneuvelde in de nasleep van de kredietcrisis en de eurocrisis. Europese fabrikanten van halffabricaten zoals gewalst staal en aluminium ingots kunnen nauwelijks concurreren met de grootschalige en hypermoderne fabrieken die tegenwoordig in Azië worden gebouwd. Daar komt nog bij dat we sinds de kredietcrisis kampen met een wereldwijde overproductie. Dat was enerzijds een gevolg van de trage reactiesnelheid van producenten waar we zojuist al over schreven. Anderzijds kwam dit doordat de Chinese overheid haar eigen industrie steunde met grootschalige bouwprojecten. Deze projecten zorgden ervoor dat de Chinese metaalindustrie tijdens de crisis gewoon doorgroeide. Pas vanaf 2013 werd dit een probleem toen de investeringen werden teruggeschroefd. Metaal hoopte zich op en zocht naar een uitweg. Die uitweg vond men in de zich herstellende Westerse economieën. Chinese (en ook Russische) fabrikanten van staal en aluminium dumpten hun overtollige productie op zo’n grove manier dat de Europese en Amerikaanse overheden al snel ingrepen.
Sinds 2016 zijn er over en weer allerlei heffingen ingevoerd, maar geen van die heffingen heeft de algemene trend kunnen stoppen. Productie in Azië groeit terwijl die in Europa en Amerika krimpt Toch is er ook goed nieuws voor de metaalindustrie in Europa. De invoerheffingen laten zien dat de Europese Unie wel degelijk een eigen metaalindustrie wil behouden en kersverse initiatieven uit Brussel moeten de branche een nieuwe impuls geven. Europa is volgens Brussel te afhankelijk geworden van import. The New Industrial Strategy for Europe (maart 2020) moet daar verandering in brengen. Idealiter doet Europa dit niet door de concurrentie met Azië één op één aan te gaan door ook te investeren in grootschalige, nieuwe fabrieken. In plaats daarvan zet het plan in op recycling en de fabricage van hoogwaardige eindproducten. Of de strategie echt zal werken moet uiteraard nog blijken, maar één ding is nu al zeker: voor de verduurzaming van de wereldeconomie is heel veel metaal nodig en dat biedt mogelijkheden.
De Ring in actie.
De toekomst is duurzaam
De groene revolutie neemt de metaalmarkt met zich mee en dat heeft allerlei gevolgen voor de manier waarop we metalen vervaardigen en verhandelen. Ten eerste is het duidelijk dat metaal onveranderd belangrijk zal blijven in een groenere wereld. Een rapport van de Wereldbank uit mei 2020 onderstreept dit. De Wereldbank onderzocht de rol van metalen in 10 methoden om duurzame energie op te wekken en concludeerde dat de vraag naar metaal tot en met 2050 significant zal toenemen als gevolg van verduurzaming van de wereldwijde energiemix. De exotischere metalen zoals lithium en kobalt lijken hierin de grootste sterren te worden, maar dat is geenszins zeker. Het zijn namelijk zulke moeilijk verkrijgbare metalen dat er met man en macht wort gezocht naar alternatieven. Het is goed denkbaar dat lithium-ion-accu’s straks worden vervangen voor zink-lucht-accu’s en dat de vraag naar lithium opdroogt. De gegarandeerde winnaars zijn de drie ouderwetse basismetalen: koper, aluminium en staal. Deze drie metalen spelen een rol in vrijwel iedere duurzame technologie. Denk aan de talloze koperen circuits, stalen fundamenten voor offshore windturbines en aluminium frames voor zonnepanelen. Vraag naar deze drie basismetalen zal volgens de Wereldbank tot en met 2050 met 8 a 15 procent stijgen ten opzichte van het niveau in 2018. Dat lijkt misschien een bescheiden groei, maar het gaat hier enkel om groei die voort komt uit producten die energie opwekken. Andere duurzame producten kunnen hier nog een schep bovenop doen. Bovendien zijn productievolumes voor aluminium en staal anno 2018 al gigantisch. Een paar procent representeert al snel miljoenen tonnen extra. In theorie kan er dus een einde komen aan de lange periode van overproductie waar we nu nog in zitten.
Een groenere mentaliteit
De groene industrie stuwt niet alleen de vraag naar metaal voort. Het zorgt er ook voor dat producten moeten verduurzamen. Metaalproducenten moeten op zoek naar duurzamere manieren om te produceren. Denk aan efficiëntieslagen in het elektrolyse proces bij aluminiumproductie of aan verbeteringen in de recycling waar de Europese Unie nu op inzet. De beste voorbeelden van verduurzaming komen echter uit de mijnbouw. Mijnbouwbedrijven doen vandaag de dag zaken met hele andere klanten dan vroeger. Techreuzen en (elektrische) autofabrikanten sluiten tegenwoordig directe deals met mijnbouwers om aan essentiële metalen zoals lithium en kobalt te komen. Deze fabrikanten, hun klanten en in het geval van Europa ook de overheid; eisen dat de grondstoffen zo duurzaam mogelijk worden gewonnen. Iedereen moet zich houden aan de zogenaamde Environmental, Social, and Governance (ESG) criteria.
Bedrijven die hun plichten op dit vlak verzaken ondervinden daar steeds meer last van. Een goed voorbeeld is het Russische bedrijf Nornickel, dat in mei 2020 20.000 ton diesel in een Siberische rivier loosde. Een ecologische ramp die volgens Greenpeace en het Wereldnatuurfonds gelijk staat aan de beruchte ramp met de Exxon Valdez. Dit had twee financiële gevolgen voor het bedrijf: een mogelijke boete van 2,1 miljard dollar en een hele slechte ecologische impact rating van ratingsbureau Fitch dat de kredietwaardigheid van het bedrijf een knauw heeft gegeven. Elders in de mijnbouwwereld stuurden aandeelhouders het management team van Rio Tinto de laan uit, omdat het bedrijf een 46.000 jaar oude Aboriginal grot had opgeblazen. Dat klinkt wellicht niet vreemd, maar in de mijnbouw gingen straffen zelden zo ver. Zeker niet als he management team financieel goed presteert. En dat deed dit team zeker met aandelenwinsten van maar liefst 229% in de vier jaar sinds het was aangetreden. Het zijn allemaal voorbeelden van hoe de metaalindustrie zich nu ontwikkelt tot een duurzame industrie waar veel toekomst in zit.