Fluorwaterstofzuur, een prikkeling van je zintuigen.

Fluorwaterstofzuur is een fascinerend stofje. Het is bijtend en zeer giftig, maar als je het ziet lijkt het net water. Het is doorzichtig en bij het dompelen van een stuk metaal rimpelt het net zoals water in de badkuip. Als je echter in een bad fluorwaterstofzuur je teen dompelt, maakt het meer dan de oppervlakte schoon.

Toen ik een paar jaar geleden een onderzoek uitvoerde naar verbetering van de veiligheid op de werkvloer heb ik kennis gemaakt met deze gevaarlijke stof. De brand bij Chemie Pack was net gedoofd. En aangezien daar tanks met giftige en bijtende stoffen waren geëxplodeerd, werd ik geprikkeld om meer te leren over dit soort stoffen. Ik richtte dit onderzoek op het voorkómen van aanraking met de damp en vloeistof tijdens het bijvullen van een beitsbad. Dit beitsen gebeurde middels het dompelen van metalen onderdelen in grote dompelbaden. Deze dompelbaden moesten onder andere zijn voorzien van de bijtende stof fluorwaterstofzuur.


Het was bij het bijvullen belangrijk dat de medewerkers goed werden beschermd. Want wanneer je fluorwaterstofzuur op bijvoorbeeld je hand krijgt, bindt het met het calcium en magnesium, waardoor je botten en weefsel worden weggevreten. Gelukkig snapten de medewerkers dat ook en droegen zij volledig gesloten pakken met onafhankelijke luchttoevoer. Ik moest mijn conclusies en advies dan ook met name richten op de omgeving & hygiëne omtrent het proces.


Na Chemie Pack werd er meer aandacht gevestigd op bedrijven die een grote hoeveelheid gevaarlijke stoffen opslaan. Deze bedrijven vallen onder het besluit BRZO 99. Ondanks dat diverse BRZO-plichtige bedrijven kritiek kregen op het naleven van de regels, heb ik mij tijdens het onderzoek niet onveilig gevoeld. De medewerkers wisten waar ze mee bezig waren en konden daardoor bezoekers ook de nodige veiligheid bieden. Zelfs tijdens de wandeling langs de beitsbaden waar mijn verkoudheid acuut verdween. Wel hield ik voldoende afstand van alle vloeistoffen die ik daar tegen kwam. Want je ziet er niet aan af of het nou water is of een zeer giftig goedje.


Het interessante maar ook lastige aan het verbeteren van de veiligheid op de werkvloer is dat sommige gevaren niet zichtbaar zijn. Met uitspraken als “het was maar een ongelukje” en “hij was gewoon onhandig” kan je nog enigszins merken dat er gevaren aanwezig zijn. Maar met de uitspraak “oh, maar dat is hier nog nooit gebeurt” weet je dat men zich niet volledig bewust is van het gevaar. Als het nog nooit is mis gegaan, waarom zou je dan moeite doen om het te voorkomen? Want wie vergist zich nou tussen een niet geëtiketteerd vat water en een slecht geëtiketteerd vat met restjes fluorwaterstofzuur?


Alexandra Miller
Lijnrecht Advies