Magnetisch-roerlassen en ultrasoon onderzoek
Austenitisch roestvast staal dat is gestold in de vorm van een sterk dendritische microstructuur geeft vaak problemen bij ultrasoon onderzoek. De dendrietstructuur verstrooit de geluidsgolven zo sterk, dat er alleen maar ruis wordt waargenomen. Het is lang niet altijd mogelijk om het gestolde metaal in de praktijk een structuur te geven die ultrasoon onderzoek mogelijk maakt. In geval van lassen is die mogelijkheid er wel: magnetisch roerlassen.
A.J. Schornagel
Artikel uit RVS 1 1999
Structuur van austenitisch roestvast staal
Austenitisch roestvast staal vertoont een enkelfasige, kubisch vlakken gecentreerde structuur, die over een groot temperatuurtraject in stand blijft. Deze structuur is het resultaat van een evenwicht in die legeringselementen die de austenietfase stabiliseren vanaf hoge temperaturen tot cryogene temperaturen. Afhankelijk van de legeringssamenstelling kan austenitisch roestvast staal na het lassen stollen met een microstructuur die wat restferriet bevat bij kamertemperatuur.
Stollingsgedrag
Bij austenitisch roestvast staal is de primaire stollingsfase hetzij austeniet, hetzij ferriet. Welke fase als eerste verschijnt hangt voornamelijk af van de samenstelling van het staal. Staaltypen met een ijzergehalte van 60% tot 70% Fe, hetgeen het ijzergehalte is van tal van austenitische roestvast- staaltypen, een chroom nikkelverhouding van ongeveer 1,5 en typen die wat rijker zijn aan nikkel zullen stollen als primaire austeniet, ook wel stolling van het type A genoemd. Er kan echter ook nog wat eutectische ferriet aanwezig zijn en dan is er sprake van AF-stolling.
Legeringen met daarentegen een wat rijker chroomgehalte zullen een stolling te zien geven van primaire ferriet met peritectische of eutectische stolling van austeniet (FA-stolling). Als de chroom-nikkelverhouding ligt tussen 1,9 en 2,0, dan stolt de las in geval van wat hogere chroomgehalten volledig als primaire ferriet (stolling van het type F). De uiteindelijke microstructuur van de...