RVS-problematiek in zwembaden: ‘Na 30 jaar een oplossing’
Paragraaf aan Bouwbesluit verhoogt veiligheid zwembaden
Op 20 juni jl. is een regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst gepubliceerd onder nummer 2016-0000354250, houdende wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 met betrekking tot de veiligheid van zwembaden. Met deze wijzigingsregeling wordt een verplichting in de Regeling Bouwbesluit 2012 opgenomen om onderzoek te doen naar de staat van roestvaststalen constructies in zwembaden. Hiermee wordt gevolg gegeven aan de toezegging ter zake als verwoord in de brief van 14 december 2015 (Kamerstukken II 2015/2016, 28 325 nr. 157).
Wat is de aanleiding van deze wettelijke regeling? Er zijn vele voorbeelden van (bijna-)ongevallen, waar het misging in zwembaden door ondeugdelijk gebruik van RVS in dragende delen dan wel bevestigingsmaterialen. Enkele buitenlandse voorbeelden: Uster / Zwitserland (1985 - dak van een zwembad: 12 doden, 19 gewonden); Moskou / Rusland, Transvaal Aqua Park (28 doden, 198 gewonden). Een duidelijke oorzaak is nooit gegeven, maar RVS is hier de ‘verdachte’. Verder Chusovoy / Rusland, Zwembad Dolfijn (14 doden, vele gewonden). Ook hier is een duidelijke oorzaak nooit gegeven, maar wederom is RVS hier de ‘verdachte’. In Eindhoven viel in 2014 een bout uit de dakconstructie. Dit was een ‘early warning’ voor instorting. In Uster en Moskou vielen ook voorafgaand aan de instorting bevestigingsmiddelen uit de dakconstructie. De verantwoordelijke partij, volgens de wet de ‘(vergunning-)houder’ (de gemeente Eindhoven), kwam daar mee weg. Er werd zelfs geen onderzoek uitgevoerd door de bevoegde instantie, de provincie Noord Brabant. Regelgeving moet dit verbeteren.
RVS schuldig of verdacht
In Nederland zijn vele gevaarlijke situaties te melden. Tussen Steenwijk (2001 – compleet plafond naar beneden) en Tilburg (2011 – Reeshof / val luidsprekerboxen, 1 dode) hebben er tientallen (bijna-)ongevallen plaatsgevonden. Soms is met materiaalonderzoek bewezen dat RVS de ‘schuldige’ is, maar vaak is dit niet nader uitgezocht, waardoor RVS de ‘verdachte’ bleef. In geen enkel geval is er lering uit deze (bijna)-ongevallen getrokken, ook niet uit het nooit onderzochte Reeshof ongeval in Tilburg. Over 5 jaar is iedereen vergeten dat RVS hier de oorzaak was. Zo gaat dat bij alle ongevallen tot nu toe. Verder heeft - uit mond-tot-mondinformatie bekend geworden - in 2013 een bijna-ongeval plaatsgevonden. Hier brak een RVS kabel in de hijsconstructie van een invalidelift. De persoon op de brancard kon nog net op tijd gered worden van de bodem van het zwembad. Bij zwembad de Sniep in Waddinxveen is in maart 2014 ‘iets zwaars’ naar beneden gekomen, waardoor ze het recreatiebad meerdere dagen moesten ‘sluiten voor reparaties’. Meer informatie over dit incident is niet bekend terwijl de bevoegde instantie, de provincie Zuid Holland, dit had moeten onderzoeken om herhaling te voorkomen. Maar het blijft doorgaan. In mei 2016, dus dit jaar, kwam er in Haugesund (N) nog een compleet plafond naar beneden, vergelijkbaar met Uster en Steenwijk. Dit was 20 minuten voor openingstijd, het personeel was al aanwezig. Ondanks herhaald aandringen, weigert men ook in Haugesund ‘ieder commentaar’. Er wordt geen onderzoek gedaan en RVS zal ook hier de verdachte blijven. Dit is niet goed voor de openbare veiligheid wereldwijd.
Bouwbesluit uitgebreid met Artikel 5.12
Per 1 juli is een wettelijke bepaling van kracht geworden. Een Wet, een paragraaf aan het Bouwbesluit, Artikel 5.12. Dit artikel is op advies van Ironhaven BV en NACE Benelux toegevoegd aan het Bouwbesluit zodat misleidende normen overruled kunnen worden. NACE Benelux is de regionale sectie van NACE International, een professional NGO op het gebied van corrosie(bestrijding) met 34.000 leden. Voorafgaand aan de totstandkoming van deze wet, zijn zes keer Kamervragen gesteld en uiteindelijk is het gelukt, de Tweede Kamer commissie ‘Wonen en Rijksdienst’ heeft hieraan meegewerkt. In deze paragraaf worden RVS bevestigingsmaterialen in de atmosfeer verboden indien ‘bij breuk letsel kan ontstaan’. Alleen de vergunninghouder volgens de Wet WHVBZ kan en mag bepalen of bij breuk letsel kan ontstaan. Een inspecteur kan en mag dit niet doen, deze rest de eenvoudige taak om RVS te onderscheiden van verzinkt staal en dit te rapporteren aan de houder, die dan bepaalt of bij breuk letsel kan ontstaan. Indien ‘ja’ dan moet het RVS weg, indien ‘nee’, dan mag het blijven zitten. De vergunninghouder is aansprakelijk. In deze paragraaf wordt verwezen naar de NPR 9200 van NEN. Dit jaar nog moet NEN de inhoud van deze norm aanpassen zodat deze aansluit bij de Wet. In de NPR moeten alle geschikte alternatieven worden genoemd en RVS mag niet langer worden gepropageerd.
Verplicht onderzoek RVS constructies in zwembaden
Met genoemde wijzigingsregeling wordt een verplichting in de Regeling Bouwbesluit 2012 opgenomen om onderzoek te doen naar de staat van roestvaststalen constructies in zwembaden. Hiermee wordt gevolg gegeven aan de toezegging ter zake als verwoord in de brief van 14 december 2015 (Kamerstukken II 2015/2016, 28 325 nr. 157). Met onderzoek doen wordt bedoeld dat men (de onderhoudsdienst) moet onderzoeken of bevestigingsmaterialen in de atmosfeer al dan niet van ‘niet resistent RVS’ zijn. En zo ja, of bij breuk letsel kan ontstaan. Indien dit ook met ‘ja’ wordt beantwoord, dan is de vergunninghouder verplicht om deze bevestigingsmaterialen te vervangen voor resistente materialen. In de praktijk is dit verzinkt staal, of staal met zogenaamde duplex coatings op schroefdraad. Met een rapportage moet de vergunninghouder kunnen aantonen dat is voldaan aan de onderzoeksplicht en dat de juiste maatregelen zijn genomen, indien van toepassing.
Spanningscorrosie leidt tot veiligheidsproblemen
Sinds 2004 is bekend dat in zwembaden roestvast staal wordt toegepast dat tot veiligheidsproblemen kan leiden. RVS is een familie van staallegeringen, waarvan de in de bouw gebruikelijke soorten ‘A2’ en ‘A4’, gevoelig zijn voor spanningscorrosie, waardoor plotselinge breuk kan optreden. De atmosfeer in zwembaden is door het gebruik van desinfecterende middelen op basis van chloor agressief voor de meest gebruikelijke soorten RVS. Andere RVS-soorten zijn niet gevoelig voor (spannings-)corrosie in de zwembadatmosfeer. Deze zogenoemde resistente soorten worden aangeduid met de typenamen 1.4529, en 1.4565 (254 SMO). Op basis van NEN-EN 1993-1-4, die op basis van afdeling 2.2 van het Bouwbesluit 2012 van toepassing is, is alleen het gebruik van deze resistente soorten toegestaan bij zowel nieuwbouw als bij verbouw. Bevestigingsmaterialen worden niet gemaakt van het bovengenoemde resistente RVS, ze zijn niet verkrijgbaar bij de bouwmarkten. Dat betekent dat indien men ze toch wenst in te zetten, ze met de hand gedraaid moeten worden met als gevolg hoge kosten en een lange levertijd. Eén doosje met 10 bouten M10x60 kost zo € 1.500,-. In de praktijk wordt het resistente RVS dan ook niet ingezet voor deze toepassing. Er zijn immers legio alternatieven, bij de bouwmarkten verkrijgbaar voor € 5,- per doosje, of te bestellen op projectbasis met enkele weken levertijd. Voor sommige uitzonderingsgevallen kan het interessant zijn om resistent RVS toe te passen, maar dan moeten de materialen goed gemerkt en gecertificeerd worden zodat er geen verwisseling met het niet-resistente RVS kan plaatsvinden.
Geroeste en waarschijnlijk gescheurde roestvast stalen A4 (316) M16 bouten in een dakconstructie van een binnenzwembad. Deze levensgevaarlijke haarscheurtjes zitten onder de boutkop en zijn derhalve onzichtbaar en niet inspecteerbaar. Om die reden moeten dergelijke bouten altijd afgekeurd worden indien bij breuk letsel kan ontstaan, ook als ze er nog als nieuw uitzien, want zelfs dan kunnen op onzichtbare plaatsen haarscheurtjes zitten.
Twee bouten uit de dakconstructie zijn onderworpen aan een trekproef. De bovenste bout op de foto blijkt voor de helft te zijn ingescheurd (bruine deel) en daardoor is een levensgevaarlijke brosse breuk ontstaan over het scheurvlak. De onderste bout is niet ingescheurd en toont een normale breuk, met rek en insnoering over de boutschacht.
Inspecties op niet-resistent RVS
De veiligheid van niet-resistent RVS in bestaande overdekte zwembaden kon tot 2013 worden aangetoond met jaarlijkse inspecties op basis van de NCC ‘Praktijkrichtlijn voor inspectie en onderhoud van ophangconstructies, bevestigingsmiddelen en voorzieningen in overdekte zwembaden’ uit 2004. Bij brief van 30 september 2013 (Kamerstukken II 2013/14, 28 325, nr. 152) is het TNO-rapport ‘Deskundigenrapport toepassing en inspectie van roestvaststaal (RVS) in zwembaden’ aan de Kamer gezonden. Dit TNO-rapport geeft, uitgaande van de voorschriften van het Bouwbesluit 2012, een actualisering van de beoordeling van roestvaststalen ophangconstructies volgens de bovengenoemde NCC-praktijkrichtlijn uit 2004. TNO adviseert in lijn met genoemde NCC-praktijkrichtlijn om niet-resistent roestvaststalen ophangconstructies in bestaande zwembaden te vervangen. Indien niet wordt vervangen, stelde TNO dat deze constructies minimaal om de 6 maanden moeten worden gecontroleerd op roestvorming. Dit was een aanscherping van de frequentie van één keer per jaar, die volgde uit de NCC-handreiking. Ook adviseert TNO in dit rapport om de norm MIS 1203 van Ironhaven BV over te nemen voor de NPR 9200 van NEN en de zwembadbranche. Genoemd TNO-rapport is ook als uitgangspunt gehanteerd bij het opstellen van de Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR) 9200:2015 ‘Metalen ophangconstructies en bevestigingsmiddelen in zwembaden’, die eind december 2015 is gepubliceerd door NEN. Omdat het daarmee in de praktijk niet mogelijk is om de veiligheid van niet-resistent RVS voldoende te borgen met alleen periodieke inspecties, is het uitgangspunt van de nieuwe onderzoeksplicht dat moet worden aangetoond dat er in het zwembad geen niet-resistent RVS meer aanwezig is op plaatsen waar breuk kan leiden tot persoonlijk letsel. Gebleken is dat de huidige inspecties, tot op de dag van vandaag, niet aansluiten bij het planmatig onderhoud van de zwembaden en bij de keuringen van het Keurmerk Veilig en Schoon. De inspecties zijn overbodig, beter is dat de onderhoudsdienst dit zelf doet. In het buitenland kennen ze dit soort inspecties niet, en dat zegt al genoeg. Er zijn teveel schijven, en dat leidt tot misverstanden en (bijna) ongevallen. Dit betekent niet dat zwembaden alles zelf moeten doen, ze kunnen altijd een externe adviseur inhuren, een onafhankelijke materiaalkundige of deskundige op het gebied van inspectie en keuring.
Verzinkt staal prima alternatief
In de meeste gevallen is verzinkt staal een prima alternatief. Zeker als het met de hand (mee)gecoat wordt. Soms wordt dit toch al gedaan, bijvoorbeeld bij brandwerende coatings op stalen dakconstructies. Ook zijn er al vele tientallen alternatieven voor de zogenaamde natte zone. Een bedrijf als Duroc in Antwerpen heeft deze coatings en kan ze op projectbasis aanbrengen. Bekend zijn de Zn-PTFE coatings op metrische schroefdraad. Een bijkomend voordeel van PTFE (Teflon) is dat het in allerlei kleuren geleverd kan worden hetgeen een decoratief effect geeft in toestellen zoals glijbanen en duikplanken. Verder zijn er al vele soorten schroeven met dit soort superieure coatings in de handel. Bijvoorbeeld van het merk Dynaplus, die zo in de bouwmarkt te bestellen zijn met enkele dagen levertijd. Volgens de concept NACE Standard en MIS 1203-2016 is het criterium voor de kwaliteit het aantal cycli van 24 uur ‘Kesternich’ test. De Kesternich test is een klimaattest met een zuur klimaat, bijzonder corrosief dus. Bij deze test met 100% luchtvochtigheid wordt het gas zwaveldioxide ingebracht. Hierdoor vormt zich het corrosieve zwavelzuur op de geëxposeerde onderdelen. Als referentie dient de standaard verzinkte bout M8 met een zinklaagdikte van 7 micrometer volgens ISO 4042 A2. De bouten met duplex coating gaan tot 30x langer mee dan de standaard referentie, die in de zogenaamde ‘droge zone’ al uitstekend functioneert. In 2013 heeft TNO in bovengenoemd rapport al aanbevolen om MIS 1203 over te nemen als NPR 9200 van NEN. Eind dit jaar vindt een evaluatie plaats van de NPR 9200, dus nog steeds kunnen deze adviezen van TNO overgenomen worden, hetgeen ook met klem wordt aanbevolen na ten minste 55 RVS-doden en 238 gewonden.
Probleem vraagt kundige aanpak
Minister Blok wil dat deze problematiek daar terecht komt waar hij thuishoort. En dat is bij Bouw en Woningtoezicht van de gemeenten. Tot nu toe trok de Vereniging Sport en Gemeenten, de Sportbedrijven, dit naar zich toe, maar die hebben het niet goed gedaan. Niet vreemd, namelijk niet alleen de gemeenten zijn lid van de VSG, ook de toeleverende (bouw)bedrijven. Dezelfde bedrijven die bij nieuwbouw en renovatie nog steeds het gevaarlijke RVS toepassen, waarna een inspecteur het een jaar later moet afkeuren. En wat weten Sportbedrijven van deze materie? Laat dit maar aan de onafhankelijke materiaal- en corrosiedeskundigen en Bouw en Woningtoezicht over. De zwembadbranche zelf moet zich gewoon aan de Wet houden.
(Zie ook Staatscourant, nr. 33491, gepubliceerd op 30 juni 2016).
Klik hier voor ons dossier "gebruik van Roestvast Staal in binnenzwembaden"